Project omschrijving
HUID
Mok
Oorzaak
Mok is zoals we dat noemen een ‘multifactoriële aandoening’. Dit betekent dat ‘het verschijnsel mok’ (korsten, natte, kale plekken in de kootholte, welke soms uitbreiden naar de kogel) kan ontstaan door meerdere oorzaken: invloeden van buitenaf (vocht, vuil), mijten, schimmels, bacteriën en zonnebrand. Mijten zitten vooral op benen met veel ‘behang’. Al deze oorzaken maken schade aan de huid in de kootholte, waardoor de weerstand daar vermindert en mok kan ontstaan.
Verschijnselen
Roodheid, schilfers, korsten en kloven. Ook jeuk, kreupelheid en een ontstoken huid die in een later stadium verdikt kan raken, kunnen voorkomen. Wanneer de ontsteking dieper in de huid doordringt, ontstaat er een ‘nat aspect’. De korsten worden vochtig en de plekken breiden zich meestal uit.
Behandeling
De behandeling van mok bestaat uit het wassen van de benen met een desinfecterende shampoo, het verwijderen van de korsten, waarna ze goed moeten worden afgedroogd. Hierna moet de huid worden ingesmeerd. Bij paarden met veel behang is het vaak verstandig om de haren in de kootholte weg te scheren. In sommige gevallen zijn antibiotica en ontstekingsremmers nodig. De behandeling tegen mok is moeilijk. Zorg in ieder geval voor een goede hygiëne! Regelmatig uitmesten en zorg voor voldoende bodembedekking.
Wij hebben meerdere producten tegen mok, bijvoorbeeld Malaceptic shampoo, TAF spray, Clindacutin zalf, Socatyl creme, Hydrocortiderm, Bye-mite enzovoorts. Neem bij mokproblemen contact met ons op zodat wij u kunnen adviseren welk middel u het beste voor uw paard kunt gebruiken!
CPL
Chronisch progressief lymfoedeem (CPL) is een aandoening die net als mijten vooral bij friezen en andere paarden met veel behang voorkomt. Vaak is het een chronisch stadium van mok in combinatie met mijten, die ervoor zorgt dat de benen erg dik worden en er huidplooien ontstaan. Hiertussen kan ontsteking ontstaan. Daarnaast vinden vliegen deze plooien vaak een mooie plek om hun eitjes te leggen en zien we dan ook regelmatig maden tussen deze plooien in het voorjaar, indien de benen niet geschoren/schoon gehouden worden. Een (deel)oplossing is het scheren van het behang en schoon en droog houden van het been. Voorkomen is echter beter dan genezen! Dus zorgen voor snelle behandeling van mijten en mok is hierbij essentieel!
Staart- en maneneczeem (SME / zomereczeem)
Staart- en maneneczeem (SME) is een veel voorkomende aandoening die erg vervelend kan zijn voor zowel paard als eigenaar. Heeft u een paard wat ’s zomers veel jeuk heeft, en daarbij manen, staart of andere lichaamsdelen kaal schuurt, begin dan op tijd met maatregelen nemen! Over een paar weken kan het alweer aanzienlijk warmer zijn en worden de knutten weer actief. Deze mugjes zijn de oorzaak van heftige jeuk omdat zij een allergische reactie in het paard kunnen veroorzaken.
De diagnose wordt gesteld op basis van de verschijnselen. Sommige paarden jeuken voornamelijk de manen en staart, andere paarden jeuken ook de buik en bijvoorbeeld het hoofd.
Helaas is er (nog) geen effectieve therapie tegen SME ontwikkeld. Daarom is het belangrijk om ernstig jeuk te voorkomen, door middel van verschillende actiepunten.
Belangrijke actiepunten zijn:
- Begin met het omdoen van je eczeemdeken voordat de knutten actief worden. Dit is afhankelijk van de temperatuur, maar meestal worden ze in maart zeker al actief. Als knutten eenmaal bijten en er een allergische reactie plaatsvindt, zal de jeuk al starten en ontstaat er een vicieuze cirkel.
- Zet paarden zo min mogelijk buiten tijdens de schemer, dus rondom zonsopkomst en zonsondergang. Dit is namelijk het tijdstip waarop de knutten het meest actief zijn.
- Staat je paard op stal? Overweeg dan een ventilator in/naast de stal te hangen. Knutten kunnen namelijk niet goed tegen wind en worden ‘weggeblazen’ waardoor ze niet kunnen steken.
- Gebruik vliegwerende middelen om je paard te beschermen tegen knutten (maar ook vliegen en dazen).
In ernstige gevallen is soms medicatie (tijdelijk) een oplossing, dit vooral wanneer het paard zo erg jeukt dat er wonden ontstaan. Contacteer je dierenarts indien dit het geval is.
In langdurig ernstige gevallen kan het soms zelfs nodig zijn het paard te verhuizen, naar een plek waar weinig knutten aanwezig zijn zoals aan zee.
Schimmel
Een schimmelinfectie is een veel voorkomende huidaandoening bij het paard. De infectie begint met kleine bultjes in de huid met wat opstaande haren. Later worden de plekken groter en ontstaan er droge of soms wat vettige korsten. De haren vallen uit en er ontstaan kale plekken. De plekken genezen vaak weer vanuit het midden, hierdoor ontstaan de typische ringvormige plekken. Hiervan komt de naam ‘ringworm’ of ‘ringschurft’. Schimmels veroorzaken doorgaans geen jeuk.
Ter bevestiging van de diagnose kunnen wat haren en korsten onder de microscoop worden bekeken en kan de schimmel worden gekweekt. Gemiddeld krijgt het paard de schimmel 1 tot 6 weken nadat hij besmet is, maar dit kan onder optimale omstandigheden ook na slechts 4 dagen al zijn. De schimmel wordt overgedragen door direct contact, maar kan ook worden overgedragen door gebruik van dezelfde borstels, dekens, singels etc.
Meestal gaat de infectie binnen 4-12 weken vanzelf over. Toch is het vaak verstandig om de paarden te behandelen vanwege de volgende redenen:
- de paarden zijn een bron van infectie voor andere dieren, de omgeving, maar ook voor mensen. Een schimmelinfectie is namelijk een zoönose, wat wil zeggen dat de infectie kan overgaan van dieren op mensen, maar ook andersom;
- de aandoening is nadelig voor de conditie van het paard;
- als de huid beschadigd raakt op plaatsen waar het zadel of de singel ligt, kan het paard niet worden gereden, en
- een besmet paard mag niet worden uitgebracht op wedstrijden.
De behandeling bestaat uit wassen met een schimmeldodend middel (bijv. Imaverol). Ook de box, dekens, borstels etc. moeten goed worden gereinigd. Er bestaat ook een vaccinatie tegen schimmel, die zowel kan worden toegediend om infectie te voorkomen, als om de infectie te behandelen. De enting dient na 14 dagen te worden herhaald. Op stallen waar schimmels vaak voorkomen en veel nieuwe paarden komen kan enten zinvol zijn. Laat geen dieren met een verminderde afweer enten en vaccineer ook niet voor belangrijke evenementen, omdat door de entreactie het evenement dan mogelijk niet door kan gaan. Vaccinatie van drachtige merries wordt afgeraden, omdat er te weinig bekend is over wat het vaccin doet bij drachtige dieren.
Parasieten
Mijten
Mijtinfecties komen vaak voor bij paarden met veel behang: Fries, Tinker, Trekpaard etc. De mijten nestelen zich in het haar en zorgen daar voor kleine wondjes, die later gepaard kunnen gaan met mok of een einschuss been. Mijten zijn besmettelijk en kunnen dus van paard naar paard gaan. Kenmerkend is de jeuk, die tot uiting kan komen in schrapen, krabben of stampen. Belangrijk is om op tijd een behandeling in te stellen tegen de mijten. Indien te lang wordt gewacht met een behandeling kan chronisch progressief lymfoedeem (CPL) ontstaan, wat hieronder nog verder wordt uitgelegd. Behandeling bestaat uit het wassen met ByeMite, een speciale shampoo tegen mijten. Deze shampoo moet inweken, en niet worden uitgespoeld. Deze behandeling wordt vaak na een week weer herhaald. Omdat mijten besmettelijk zijn is het goed om qua hygiëne van borstels en peeskappen goed op te letten bij aanwezigheid van meerdere paarden.
Luizen
Er bestaan 2 soorten luizen welke bij het paard voorkomen. De bloedzuigende en de bijtende luizen.
De luizen zijn zeer gastheerspecifiek, dat wil zeggen dat ze niet op andere dieren (of mensen) zullen groeien of voeden.
Een luizeninfectie komt doorgaans alleen voor bij paarden of pony’s met een verminderd immuunsysteem. Het veroorzaakt jeuk, waardoor dieren kunnen gaan likken, krabben, bijten en schuren. In ernstige gevallen kan ook bloedarmoede ontstaan.
Je kunt deze luizen (en soms hun eitjes) zien in de vacht, vaak rondom de hals/schoft, maar kunnen over het gehele lichaam voorkomen.
De behandeling is overeenkomstig met die van mijten, wassen met een oplossing met foxim (5ml op 10L water). Het gehele dier moet behandeld worden, en de behandeling dient na 7 dagen herhaald te worden.
Huidtumoren
Sarcoïd
Sarcoïden zijn veel voorkomende huidtumoren. Ze kunnen zich in verschillende vormen laten zien. Er kan sprake zijn van één enkel sarcoïd, maar er kunnen er ook meerdere tegelijk voorkomen. Ze komen vooral voor op dunne huid, op het hoofd, in de liezen of achter de oren. Er bestaat een erfelijke aanleg voor het krijgen van sarcoïden.
Behandeling: er zijn een aantal behandelmogelijkheden voor sarcoïden. Soms worden deze chirurgisch verwijderd. Dit wordt echter niet geadviseerd omdat sarcoïden heel vaak terug groeien op de plek waar ze zijn verwijderd. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid tot bevriezing, indien de locatie en grootte van de sarcoïd dit toelaat. Immunotherapie (BCG) is de therapie die op de faculteit in Utrecht wordt toegepast. Hier wordt de sarcoïd ingespoten met een speciale vloeistof. Deze behandeling moet 4 keer worden herhaald, met een tussenperiode van telkens 3 weken. Als laatste zijn er een aantal crèmes op de markt, deze zijn echter niet volledig onderzocht maar kunnen soms goed resultaat bieden bij kleinere of plattere vormen.
Melanoom
De melanoom is een tumor welke vrijwel alleen bij schimmels voorkomt. Het komt vaak voor rondom de anusregio, bij paarden vanaf middelbare leeftijd. In principe is de melanoom bij een schimmel niet kwaadaardig, alleen moeten deze soms wel verwijderd worden omdat dieren bijvoorbeeld niet meer kunnen mesten of urineren omdat de melanomen in de weg zitten. Wanneer een melanoom bij een niet-schimmel paard voorkomt, zijn deze echter wel kwaadaardig en kunnen deze snel uitzaaien.
Plaveiselcelcarcinoom
Deze tumoren komen vaak voor bij het oog, op de penis of in een wond. In principe zijn dit kwaadaardige tumoren. Bij de Haflinger komt deze tumor vaak op het derde ooglid (in de middelste ooghoek voor). Bij ruinen komen tumoren vaker voor bij paarden waarvan de penis erg vies is en er smegma gevormd is. Om een definitieve diagnose te stellen kan er een klein stukje van de bult worden onderzocht onder de microscoop. Deze tumoren worden chirurgisch verwijderd, of kunnen met bevriezingstherapie worden behandeld. Afhankelijk van de lokalisatie van de tumor, en of er sprake is van uitzaaiingen, is de prognose matig tot vrij goed.