Project omschrijving

Castratie en sterilisatie

Sterilisatie teef

Waarom is een sterilisatie aan te raden?

De belangrijkste reden is eigenlijk het voorkomen van melkkliertumoren op latere leeftijd. Het ontstaan van melkkliertumoren wordt gestimuleerd door vrouwelijke hormonen. Hoe eerder de teef gesteriliseerd wordt, hoe minder kans op deze melkkliertumoren. Wordt de hond gesteriliseerd voor de eerste loopsheid, dan is de kans op melkkliertumoren nog maar 0.8% in vergelijking met een teef die niet gesteriliseerd is. Na de eerste loopsheid wordt dit 10% en na 2,5 jaar is dit zelfs 26%! Met een sterilisatie vòòr de eerste loopsheid neemt de levensverwachting van de hond met ongeveer twee jaar toe. Ons advies is dus om de hond op jonge leeftijd te steriliseren. In bepaalde gevallen kan het zijn dat we van dit advies afwijken (bijvoorbeeld bij kortneuzige honden, zoals onder andere de boxer, en andere grote rassen, die een grotere kans hebben op urine-incontinentie na sterilisatie). Vanwege de kans op urine-incontinentie bij sterilisatie voor de eerste loopsheid, raden wij bij de meeste honden aan om na de eerste loopsheid te steriliseren.

Een andere belangrijke reden is het voorkomen van baarmoederontsteking op latere leeftijd. Ook dit wordt veroorzaakt door de invloed van vrouwelijke hormonen. Als een teef een baarmoederontsteking heeft, is zij hier vaak erg ziek van. Ze kan er zelfs aan overlijden! De baarmoeder moet dan alsnog verwijderd worden, het nadeel is dat de hond dus vaak in een slechtere conditie de operatie moet ondergaan.
Door sterilisatie wordt ook het risico op het ontstaan van suikerziekte verminderd.
Andere voordelen zijn: geen loopsheid meer, geen ongewenste dekking, geen dracht en geen schijnzwangerschappen.

Als een teef op latere leeftijd gesteriliseerd wordt, raden we aan om dat tussen twee loopsheden door te doen (100 dagen na de loopsheid). De baarmoeder is dan het minste doorbloed, waardoor het operatierisico beperkt blijft.

Nadelen

Een gesteriliseerde teef loopt wat meer risico om te zwaar te worden. Dit kan voorkomen worden door de hond preventief minder eten te geven of een light-dieet te gaan voeren. Houd in elk geval de eerste maanden na de sterilisatie het gewicht van de hond extra in de gaten.

Een ander nadeel is dat er soms urine-incontinentie kan optreden na de sterilisatie, dit zien we bij ongeveer 1-5% van de gesteriliseerde teven gebeuren, vooral bij honden zwaarder dan 20 kg. De teef verliest dan af en toe kleine druppeltjes urine. Gelukkig is dit goed te behandelen met medicijnen.

Heel soms kan het voorkomen dat het gedrag van de hond iets verandert, sommige teefjes worden iets feller na de sterilisatie. Dit is echter een uitzondering.

Bij langharige honden kan het zijn dat door de verminderde hormoonproductie de kwaliteit van de vacht iets minder wordt.

Tenslotte kunnen er zich, net als bij elke operatie, tijdens of na de operatie complicaties voordoen. De belangrijkste hiervan is nabloeden uit de baarmoeder- of eierstokstomp. Gelukkig komt dit bij een goede techniek zelden voor. Ook kan er wondinfectie optreden, dit gebeurt als de hond aan de hechtingen of de wond heeft zitten likken.

Alternatieven

Om de loopsheid uit te stellen kan de prikpil gegeven worden. Deze moet dan elk half jaar gegeven worden. Wij raden deze injectie af, in verband met de nadelen: meer kans op o.a. suikerziekte en baarmoederontsteking.

Techniek

Ten eerste is het belangrijk dat de teef tenminste 12 uur van te voren niet meer gegeten heeft (bij hele kleine hondjes wijken we hier vanaf). Ze mag nog wel gewoon drinken. De reden hiervoor is dat sommige honden moeten braken van de narcose. Als ze dan voedsel opbraken, kan dit in de luchtpijp schieten, waardoor er een fikse longontsteking kan ontstaan.
De teef wordt onder narcose gebracht en voorbereid voor de operatie (buik geschoren, gewassen en ontsmet). Hierna wordt er een sneetje in de buikwand gemaakt en worden de baarmoeder en de eierstokken opgezocht. Standaard worden alleen de eierstokken weggehaald, maar wanneer de baarmoeder afwijkingen vertoont, wordt deze ook weggenomen. Omdat met het wegnemen van de eierstokken de hormoonproductie is stilgelegd is er geen risico op het alsnog krijgen van een baarmoederontsteking.

Castratie reu

Er zijn verschillende redenen om een reu te laten castreren. Het gedrag van een reu kan een belangrijke motivatie zijn. Sommige reuen kunnen namelijk erg dominant zijn ten opzichte van andere honden. Ook kan het zo zijn dat de reu dekgedrag vertoont, ofwel op andere honden, of hij kan tegen mensen of voorwerpen aan gaan rijden.

Verder zijn er meer medische redenen, zoals een steeds terugkerende voorhuid ontsteking, of een probleem met de prostaat.

De minimale leeftijd voor castratie bij de hond is 6 maanden.

Veranderingen

Vaak wordt de reu door castratie wat rustiger. Soms kan het zo zijn dat een dominante reu na castratie nog steeds dominant is. Dit kan als het dominantiegedrag meer voorkomt uit een gedragsprobleem in plaats van een hormonale achtergrond. Als de dominantie van de reu de belangrijkste reden voor castratie is, kan het dus van belang zijn om dit uit te zoeken. Chemische castratie kan helpen de juiste diagnose te stellen. Ook bij angstige honden is het niet altijd slim om te castreren. Ook dan wordt geadviseerd om eerst chemisch te castreren om te kijken wat een evt. echte castratie met het gedrag doet.

Een andere verandering is dat de hond na de castratie voer makkelijker in vet omzet. Houd dus na de castratie het gewicht van de hond in de gaten. Om dikker worden te voorkomen kunt u de hond op lightvoer zetten of minder eten geven.

Techniek

Ten eerste is het belangrijk dat de reu tenminste 12 uur van te voren niet meer gegeten heeft (bij hele kleine hondjes wijken we hier vanaf). Hij mag nog wel gewoon drinken. De reden hiervoor is dat sommige honden moeten braken van de narcose. Als ze dan voedsel opbraken, kan dit in de luchtpijp schieten, waardoor er een fikse longontsteking kan ontstaan.

De reu wordt onder narcose gebracht en voorbereid voor de operatie (geschoren en gewassen). Hierna wordt er een sneetje net voor het scrotum gemaakt. De testikels worden opgezocht en de zaadstreng en het bloedvat worden afgebonden. Vervolgens wordt de testikel verwijderd en de huid gesloten. Het is erg belangrijk dat de hond na de operatie van de wond af blijft. Als hij er maar eventjes aan likt kan de wond erg gaan ontsteken. Dit is erg pijnlijk voor de hond. Wat het beste werkt om likken te voorkomen is een kraag. Wanneer ze een romper aan hebben likken ze er vaak toch doorheen en raakt de wond alsnog geïnfecteerd.