Bij Dierenkliniek Rijnoever beschikken we over apparatuur voor het uitvoeren van gebitsbehandelingen bij het paard. Voor (jaarlijks) onderhoud van het gebit, zoals het bijvijlen van enamelpunten of haken op de kiezen, kunt u bij ons terecht.
Gebitscontrole of gebitsbehandeling bij het paard is nodig als het paard klachten heeft die duiden op gebitsproblemen (zie hieronder).

Het is daarnaast aan te raden om het gebit regelmatig te laten controleren. Bijvoorbeeld jaarlijks bij de vaccinatie bij paarden tussen de 5 en 15 jaar.
Paarden onder de 5 jaar (wisselen en doorkomen van nieuwe kiezen) en ouder dan 15 jaar hebben eerder gebitsproblemen. We raden daarom aan om het gebit elk half jaar te laten controleren.

Een aantal veel voorkomende symptomen van gebitsproblemen bij paard zijn:

• Proppen maken van hooi of kuil
• Langzaam en moeizaam eten
• Mest met onverteerde plantendelen
• Vermageren
• Aanleuningsproblemen of hoofdschudden tijdens het rijden
• Koliek

Het gebit van het paard is zo gemaakt dat het optimaal grassen en planten kan vermalen. De lange rij kiezen ‘schuift’ over elkaar bij het kauwen, om de voedingsdelen zo klein mogelijk te maken.

Het gebit bestaat uit de volgende elementen:

• Snijtanden: hiervan zitten er 6 in de boven en 6 in de onderkaak. Ze worden gebruikt om gras af te snijden, zodat het door de kiezen vermalen kan worden. De snijtanden worden één voor één op 2,5, 3,5 en 4,5 jaar gewisseld.
• Hengsten/ruinentanden: deze bevinden zich in de onder- en/of bovenkaak en komen niet bij elk paard voor.
• Wolfskiezen: bij sommige paarden komen deze kiesjes voor, net voor de kiezenrij. Ze komen meestal door tussen de 6-18 maanden en worden soms verwijderd bij problemen.
• Premolaren: dit zijn de ‘melkkiezen’, waarvan er 6 boven en 6 onder aanwezig zijn. Deze worden gewisseld op 2,5, 3 en 3,5 jaar leeftijd.
• Molaren: dit zijn de volwassen kiezen van het paard, ook wel de ware (blijvende) kiezen genoemd die na het eerste levensjaar verschijnen achter de derde premolaar. Het paard krijgt er in totaal in iedere kiezenrij drie molaren bij.

Er zijn een aantal oorzaken voor problemen met een paardengebit, zoals:

• Doppen: melkkiezen worden gewisseld rond de 3 jaar leeftijd. Soms geeft dit problemen als een dop los zit maar er nog niet af wil komen, of bijvoorbeeld in de wang prikt. Deze moet soms dan door een dierenarts verwijderd worden.
• Over- of onderbeet: deze kan ervoor zorgen dat de kiezen van het paard niet mooi op elkaar afslijten en er haken ontstaan, vaak aan de voorste 2 kiezen in de bovenkaak en/of de achterste 2 kiezen in de onderkaak. Ook kan dit zorgen voor problemen tijdens het rijden of met eten.
• Enamel punten: dit zijn punten aan kiezen die in de wangen (bovenkaak) of tegen de tong (onderkaak) kunnen prikken. Deze kunnen worden verwijderd door middel van vijlen. De punten kunnen namelijk erg scherp zijn en voor wondjes in de wang of tong zorgen.
• Diastasen: vooral bij oudere paarden ontstaan regelmatig diastasen; een ruimte tussen 2 kiezen waar vaak voer in ophoopt. Dit kan voor (tandvlees) ontsteking en pijn zorgen. Dit kun je soms merken wanneer een paard ‘proppen’ kauwt of vooral aan één kant kauwt.