Voeding

Het is erg belangrijk dat uw kat de juiste voeding krijgt, qua hoeveelheid maar ook qua soort. Een jonge kat heeft andere behoeftes dan een oudere kat. Ook kan het zijn dat uw kat een bepaalde aandoening heeft, bijvoorbeeld een nieraandoening of suikerziekte, waarvoor een speciaal dieet nodig is. Jonge groeiende dieren hebben een dieet nodig met meer eiwit. Oudere katten hebben ook speciale voedingsbehoeftes. De reden hiervoor is dat oudere katten meer kans hebben op ziektes, overgewicht, verminderde weerstand en gewrichtsproblemen.

Essentiële voedingsstoffen voor een kat zijn eiwitten, vetten, mineralen en vitamines.
Eiwitten zijn bouwstoffen voor onder andere spieren, pezen en haren. Ook spelen ze een rol in het immuunsysteem en bij de vorming van hormonen en enzymen. Tenslotte leveren eiwitten energie. Bij de kat is het belangrijk dat ze voldoende dierlijke eiwitten binnen krijgen. Als katten alleen plantaardig voedsel te eten zouden krijgen, krijgen ze een tekort aan het aminozuur taurine. Katten kunnen dit namelijk niet zelf aanmaken.
Vet is de belangrijkste energieleverancier. Verder is vet de drager van de in vet oplosbare vitaminen A, D, E en K.
Belangrijke mineralen zijn fosfor, calcium, kalium, natrium, ijzer, zink en koper.
Vitamines (onder andere A, B, C, D, E en K) zijn nodig voor het reguleren van de stofwisseling.

Sommige katten regelen zelf netjes hoeveel en hoe vaak ze te eten krijgen. Bij de meeste katten is het echter verstandig om een afgepaste hoeveelheid te geven. Het is moeilijk aan te geven hoeveel gram voer uw kat precies nodig heeft. Dit hangt af van het soort voer, van het gewicht van de kat en van de mate van activiteit. Op de verpakking van het voer staan richtlijnen voor de hoeveelheid voer. Meestal is dit ruim genomen. In het begin kunt u het voer afwegen, om precies te weten hoeveel u geeft.

Het is  belangrijk om het gewicht van uw kat in de gaten te houden. Als de wervelkolom of de bekkenbeenderen erg uitsteken, dan is de kat te mager.  De ribben mogen niet te zien zijn, maar moeten met uw vlakke hand wel goed te voelen zijn. Zit er een vetlaagje tussen dan is de kat wat te zwaar en is het verstandig om minder te voeren. Geef uw kat dan ongeveer 15% minder voer. Verder kunt u hem uitdagen om meer te bewegen. Dit kan door bijvoorbeeld met hem te spelen (propjes papier, een laserlampje) of door hem actief naar zijn eten te laten zoeken (brokjes verstoppen of weggooien).
Gecastreerde en gesteriliseerde katten hebben soms de neiging om meer te eten, terwijl ze minder bewegen. Daarom hebben deze katten twee keer zoveel kans op overgewicht! Wat u kunt doen is na de castratie of sterilisatie als voorzorg alvast wat minder voer gaan geven.
Weeg uw kat regelmatig. Zo kunt u goed in de gaten houden of hij niet stiekem wat aankomt.

Het is wel van belang dat u uw kat met beleid laat afvallen. Laat hem niet hongeren. Als katten niet eten (langer dan 24 uur) krijgen ze snel last van leverproblemen, waardoor ze erg misselijk worden en helemaal niet meer willen eten. Ze komen terecht in een vicieuze cirkel, waar ze soms zelf niet goed meer uitkomen. Dit kan zelfs leiden tot het overlijden van de kat.

Mocht u hulp nodig hebben bij het laten afvallen van uw kat, dan is het gratis afvalprogramma van onze kliniek misschien wat voor u.

In onze praktijk verkopen we voeding van de merken Hills en Royal Canin. Andere merken zijn eventueel verkrijgbaar op bestelling. Heeft u een nieuwe zak voer nodig, laat dit dan op tijd (minstens 3 werkdagen van te voren) weten, zodat we hier rekening mee kunnen houden en het op tijd voor u kunnen bestellen. In principe wordt er op woensdag voer besteld, waardoor het op donderdag bij ons binnen komt.